1 op 4 straatlampen in Vlaanderen is een led
Fluvius heeft, in nauwe samenwerking met de steden en gemeenten, de kaap van 25 procent in de verledding van de openbare verlichting bereikt. Het netbedrijf is daarmee stevig op koers om tegen 2030 alle 1,2 miljoen verlichtingspunten in de Vlaamse steden en gemeenten om te bouwen naar leds.
Fluvius engageerde zich in 2019 om Vlaanderen te helpen ‘verledden’. Op dat moment stond de teller nog op amper 8 procent ledlampen. Dat het aantal op twee jaar tijd meer dan verdrievoudigd is, onderstreept dat duurzame verlichting voor alle betrokken partijen een topprioriteit is. Want hoewel de ombouw een flinke investering vraagt, kan die voor alle Vlaamse steden en gemeenten samen een jaarlijkse besparing van 44 000 ton CO2 betekenen. Bovendien zorgen de nieuwe lampen voor meer lichtcomfort en veiligheid voor de weggebruiker.
Klaar voor de toekomst
Samen met het verledden heeft Fluvius ook de uitdaging om de verlichtingstoestellen stapsgewijs interactief te maken. Daarmee kan de openbare verlichting in de toekomst niet alleen vanop afstand worden gedimd of gedoofd; de toestellen melden ook automatisch defecten, krijgen brandprogramma’s op maat, enzovoort.
Frank Vanbrabant, CEO van Fluvius:
“We werken sinds enkele jaren hard aan het project om de volledige openbare verlichting in Vlaanderen te vervangen door led-technologie. Dit is een belangrijk project binnen de energietransitie, waarbij het verlagen van de CO2-uitstoot cruciaal is. Samen met de Vlaamse steden en gemeenten dragen we zo bij tot een duurzamer én verkeersveiliger Vlaanderen. Dat 25 procent van de straatlampen ondertussen led is, is dan ook een mooie eerste mijlpaal in ons traject.”
Goed gepland
Om de doelen op een doordachte manier te bereiken, stelt Fluvius in samenspraak met lokale besturen jaaractieplannen op. Zo’n actieplan groepeert telkens een aantal straten volgens prioriteit en beschikbaar budget. Met behulp van NGIN (Next Generation INfrastructure), een handige tool die Fluvius samen met Deloitte ontwikkelde, kan zo’n pakket van straten zo worden ingepland dat de werken maximaal samenvallen met voorziene wegen- of rioleringswerken. Hierdoor ondervinden de bewoners minder hinder van de werken.
Björn Verdoodt